Monochrome - Polychrome
In 1979 introduceert Philippe Van Snick zijn tiendelige kleurensysteem. Gedurende zijn carrière maakt de kunstenaar vaak gebruik van een combinatie van primaire kleuren (rood, geel, blauw), secundaire kleuren (groen, oranje, violet), zwart, wit en de edelmetalen (zilver en goud). In datzelfde jaar creëert Van Snick het werk Polychrome Déstabilisé, gevolgd door Monochrome Déstabilisé. Deze werken tonen hoe Van Snick zijn ideeën over de complexiteit van de wereld uitdrukt in zijn eigen vormentaal. Ze benadrukken daarnaast het procesmatige karakter van zijn werkwijze en illustreren hoe elk werk het resultaat is van een ontwikkeling ten opzichte van op het vorige.
Polychrome Destabilisé (1979)
Het kunstwerk Polychrome Déstabilisé (1979) bestaat uit tien onregelmatige geometrische vlakken, elk geschilderd in een van de tien kleuren van zijn unieke kleurensysteem.
De eerste versie van Polychrome Déstabilisé werd uitgevoerd in gouache op papier. Op een aantal opeenvolgende studiozichten die de kunstenaar zelf maakte, is te zien hoe hij de afzonderlijke kleurvlakken op de muur laat 'bewegen' in dynamische constellaties en uiteindelijk terug samenbrengt tot een rechthoek.
Latere versies van het werk werden vervaardigd in acryl op canvas, gemaroufleerd op karton.
In 1980 stelt Philippe Van Snick het werk Polychrome Déstabilisé voor het eerst tentoon in Haus Nieting (Geldern, Duitsland). Net zoals Van Snick de papieren versie van het werk een jaar eerder verspreidde over de muur in zijn studio, creëert hij voor deze tentoonstelling ook een dynamische en ruimtelijke opstelling, deze keer verspreid over twee wanden.
In een krantenartikel ter gelegenheid van deze tentoonstelling wordt het werk als volgt omschreven: "Elk individueel deel, meestal een geometrisch, kleurrijk en tweedimensionaal object, wordt gedefinieerd door zijn vorm en kleur; alle delen samen vormen een grote rechthoek. De oorspronkelijk samenhangende vorm van de geometrisch gekleurde oppervlakken wordt dan opgelost en in een willekeurige volgorde op een muur of paneel gemonteerd. Het is nu aan de toeschouwer om deze delen opnieuw samen te voegen in de fantasie." (Vertaling uit het Duits) (Cuypers 1980)
Enkele jaren na de eerste versie van Polychrome Déstabilisé, schrijft Philippe Van Snick in een korte notitie de kern neer van het werk. Opmerkelijk is dat de kunstenaar in dit geschrift een extra element toevoegt aan de titel, nl. het achtervoegsel ‘Ré'. Hiermee wijst hij op het samenkomen van de tien delen van het werk tot een geheel. In latere presentaties van het werk, onder meer bij Richard Foncke in Gent (1985), was naast de tien losse vlakken, ook een potloodtekening op de muur onderdeel van het werk. De tekening toonde een rechthoek, onderverdeeld in tien delen corresponderend met de vlakken in de ruimte.
Polychrome Desta-Ré
(0-9)
Concept v.h. werk.
Bouw v.h. werk
De 10 delen maken een geheel (tekening): dat in een toevallige situatie ophangt. Elk deel belangrijk.
Met de conceptie van de big bang en de expansie
Met als tegenpool de regressie
De kleur neemt zijn autonomie door uit het traditionele schilderij weg te springen. De verschillende kleuren staan dan in een toevallige autonomie/ bestaan die met een volgende bewerking een andere toevalligheid zal tonen. Wat werkelijkheid ook is.
10 delen?
Van 0 tot 9
Al de cijfers dus oneindig mogelijkheden
Wiskunde: omdat de wiskunde de benadering v/h oneindige goed uitdrukt. (Van Snick 1986)
Monochrome Destabilisé-re (1980)
In 1980 werkte Philippe Van Snick verder op het principe van de gekleurde geometrische vlakken. Ditmaal creëerde hij tien werken van telkens tien vlakken die werden verspreid in de ruimte. Elke reeks werd gemaakt in één unieke kleur van zijn typische kleurenpalet. Ook deze werken, getiteld Monochrome Déstabilisé-re ontwikkelde hij aanvankelijk op papier waarbij hij de stukken verspreidde in de ruimte. Vervolgend voerde hij ze uit in acryl op doek, gemaroufleerd op karton.
In enkele notities geeft Van Snick meer duiding bij de werken Monochrome Déstabilisé-re. Zo schrijft hij onder meer:
"In de meest recente vorm van monochromie (Y. Klein) is het monochrome doek het misterie (sic) zelf. Het punt van een persoonlijkheid die denkt in strenge hiërarchische strukturen (sic) (Ritueel).
In de kunstructieve (sic) vormen v/d schilderkunst (Mondriaan) worden strukturen (sic) gelegd die heel streng vertikaal (sic), horizontaal verlopen, en die daardoor weer het statische nulpunt in zich draagt en daardoor ook terug tot de pyramidale (sic) hiërarchische beschouwing te herleiden is. Hier is ook op te merken dat in deze vormen van werken en denken de mens als centraal punt van heel het gebeuren staat. En aan de grondslag licht (sic) v/h materialisme en het relativistische element niet in beschouwing neemt. Het is dat relativerende element die aan de grondslag ligt van de Gedestabiliseerde monochomen - Re. Het is de desintegratie van het monochroom in zoveel ongelijke delen die terzelfdertijd het monochroom voorstellen als een deel ervan. Elk deel stelt het geheel voor. Het zijn de monochromen die gedesintegreerd zijn door interventie van v.d. geest o/d materie, afgeleid van zichtbare en denkbare fenomenen zoals, de verplaatsing v. objecten in de ruimte die daardoor van betekenis verandert, of de verplaatsing in de ruimte van objecten die daardoor van betekenis veranderen. Het beschouwen van een landschap aan 5km/h en 100 km/h uw uitzicht op het landschap zal verschillen van de ene situatie op de andere… maar ter gelijke tijd (sic) bestaan." (Van Snick ca. 1982)
Een jaar later werden de tien werken getoond door galerist Albert Baronian in Brussel. In de eerste reeks tentoonstellingen, van 18 april tot 29 juli 1981, werden de werken per kleur gepresenteerd, telkens voor een periode van 10 dagen. In de daaropvolgende tentoonstelling, van 14 oktober tot 14 november 1981, werden de 100 gekleurde stukken samen getoond, verspreid over de muren van de galerijruimte.
(0-9) Grand Polychrome (1983)
Getuige van het onderzoekende en procesmatige karakter van zijn oeuvre, is de verdere evolutie van zowel Polychrome Déstabilisé-re als Monochrome Déstabilisé-re tot de reeks (0-9) Grand Polychrome (1983). De reeks bestaat uit tien panelen, elk onderverdeeld in tien willekeurige vlakken met telkens één van de tien kleuren uit het kleurensysteem. Van Snick verwijst bij dit werk ook letterlijk naar Monochrome Déstabilisé-re in een van zijn notities.
Ook het werk (0-9) Lady Comfort uit hetzelfde jaar, toont een gelijkaardig motief. Van Snick beschilderde deze kartonnen dozen van het damesmerk Lady Comfort telkens met hetzelfde tiendelig patroon. Elk patroon werd ingekleurd met een variërende combinatie van de tien kleuren.
In 1984 wordt Van Snick uitgenodigd door Jan Hoet voor een solotentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Onder meer de werken Monochrome Déstabilisé-re (vergezeld van 10 tekeningen op papier met de samenvallende 'puzzel'), (0-9) Grand Polychrome en Lady Comfort worden er getoond.
Oneindigheid impliceert nieuw begin door het aannemen van nieuwe vormen.
(Van Snick ca. 1986)